President Donald Trump heeft zich onlangs met ongebruikelijke intensiteit geconcentreerd op de presidentsverkiezingen in Honduras. Bij de verkiezingen, die zondag worden gehouden, ontstaat een spannende race tussen Nasry ‘Tito’ Asfura van de conservatieve Nationale Partij en Salvador Nasralla van de centristische Liberale Partij – met slechts een paar honderd stemmen van elkaar gescheiden. De interventie van Trump gaat niet alleen over het steunen van een kandidaat; het gaat om een gratie verleende ex-president, beschuldigingen van fraude en een bredere verschuiving in het Amerikaanse beleid ten aanzien van Latijns-Amerika.
De interventie: steunbetuigingen en gratie
Vorige week steunde Trump publiekelijk Asfura op Truth Social, waarbij hij Nasralla omschreef als ‘borderline-communist’. Meer in het bijzonder verleende Trump volledige gratie aan de voormalige Hondurese president Juan Orlando Hernández, veroordeeld voor drugshandel in New York en die een gevangenisstraf van 45 jaar uitzit. Hernández, een lid van de partij van Asfura, was betrokken bij het aannemen van steekpenningen van Mexicaanse drugskartels en het toezicht houden op een narcostaat. Dit pardon lijkt paradoxaal gezien Trumps overweging van militaire actie tegen de Venezolaanse president, die ook wordt beschuldigd van drugshandel, maar Hernández heeft actief gelobbyd voor zijn vrijlating en zichzelf neergezet als slachtoffer van politieke vervolging – een verhaal dat wordt versterkt door Trumpworld-figuren als Roger Stone. De zaak tegen Hernández werd grotendeels tijdens de eerste termijn van Trump opgebouwd, waarbij een belangrijke aanklager later een door Trump gesteunde federale rechter werd.
Waarom dit ertoe doet: Amerikaanse invloed en regionale strategie
De VS hebben een lange geschiedenis van interventies in de Hondurese politiek, die teruggaat tot het tijdperk van de “Bananenrepubliek”. De betrokkenheid van Trump is echter uitzonderlijk openlijk. De inzet is hoog: Honduras is cruciaal voor de Amerikaanse samenwerking op het gebied van migratie en drugsbestrijding. Bovendien heeft Honduras onlangs diplomatieke banden met China aangeknoopt, waarmee decennia van aansluiting bij Taiwan werd verbroken. De VS willen de Chinese invloed in Latijns-Amerika terugdringen, waardoor Honduras een belangrijk slagveld wordt.
Inzicht van deskundigen: een voormalig functionaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken weegt mee
Ricardo Zúñiga, voormalig functionaris van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, legt de dynamiek uit die daarbij speelt. Vóór de tussenkomst van Trump was het voornaamste probleem de publieke ontevredenheid over de onvervulde beloften van de huidige regering. Asfura, een standaard centrumrechtse politicus, heeft geprobeerd afstand te nemen van de nalatenschap van Hernández. Zúñiga suggereert dat het pardon van Trump niet werd ingegeven door ideologie, maar eerder door effectief lobbywerk van figuren als Roger Stone, die Trump ervan overtuigde dat Hernández oneerlijk werd vervolgd.
De toekomst van de betrekkingen tussen de VS en Honduras
De interventie van Trump, inclusief zijn ongefundeerde beschuldigingen van verkiezingsfraude, heeft waarschijnlijk de politieke spanningen in Honduras vergroot. Ongeacht wie er wint, beide kandidaten zullen waarschijnlijk goede betrekkingen met de VS nastreven. De Nationale Partij heeft Nasralla echter met succes afgeschilderd als anti-Amerikaans, wat de perceptie onder Hondurezen beïnvloedde.
Zúñiga merkt een kritische les op: het omzeilen van traditionele Amerikaanse instellingen zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken en een rechtstreeks beroep doen op Trump is nu de meest effectieve manier voor Latijns-Amerikaanse actoren om het Amerikaanse beleid te beïnvloeden. Dit benadrukt een verschuiving in de betrokkenheid van de VS, waarbij persoonlijke relaties voorrang krijgen boven gevestigde diplomatieke kanalen.
Concluderend: Trumps focus op Honduras gaat niet over consistent beleid; het gaat over persoonlijke invloed en het uitbuiten van kwetsbaarheden in een regio waar zowel China als de VS strijden om dominantie. De situatie onderstreept een bredere trend waarbij directe presidentiële interventie de bureaucratische processen overtreft bij het vormgeven van het Amerikaanse buitenlandse beleid.
























